ZUCHT...

Wat is het heerlijk af en toe even je aanhangwagentjes af te koppelen en met de snelheid van iedereen om je heen op pad te gaan. ‘k Heb het over mijn schatten van dochters J. . Adjete heeft zijn ‘papa-dag’, en ik kan een deel van de dag een hele lijst dingen achter elkaar afwerken, zonder onderbrekingen. Heerlijk!

Vandaag weer observeren bij een van de leerkrachten van Mokpokpo School. 10 minuten lopen door de cassava-velden en bush. Prachtige groene sprinkhanen met knalrode vlekjes springen meters ver weg als ik in de buurt kom. Als ik vlak bij de school kom hoor ik de kinderen al zingen: Oui, Jesus m’aime, ma Bible me le dit. (Ja, Jezus houdt van mij, dat zegt de Bijbel mij.) Onder de boom zit de eerste moeder al met een pot vol eten. Pap, of koekjes, iets om straks in de pauze aan de kinderen te verkopen. Als ik langs de klassen loop zwaai ik even naar elke leerkracht. Alle deuren staan open. Heel vanzelfsprekend hier, maar ik krijg even een flashback van de school in Oosterland waar ik 5 jaar heb gewerkt. Een voordeur, gang, met alleen wat ruis van de andere klassen. Hier vermengt het ene lied zich met het andere en dreunt in een derde klas de tafel van 7 er doorheen. 

Vandaag observeren in CM1, groep 7, bij de enige juf die nog de eindbeoordeling moet doen van de training. Terwijl ik achter in de klas ga zitten, gluurt door de bamboewand heen een leerling uit de andere klas naar me. Ik gebaar dat hij voor zich moet kijken. Na 2 jaar beginnen de wanden van de school toch hier en daar gebreken te tonen. Even later zie ik een van de meisjes achter de school lopen, ook weer door kieren in de bamboewand. Een van de leerlingen ziet het ook en stoot zijn buurman aan. Samen zitten ze te grinniken als het meisje op haar hurken gaat zitten en een klein stroompje zijn weg tussen haar voeten door vindt richting het lokaal! Gelukkig droogt het op voor het de klas bereikt... 

Ik schaam me voor haar. Waarom is het nu nog steeds niet gelukt om goede latrines te krijgen voor de basisschool?! We praten er nu zonder overdrijven al 2 jaar over! Eerst was het geld een probleem, toen werd er maanden gepraat over wie het zou doen. Degene die het na 3 maanden praten zou doen had het uiteindelijk te druk en ik weet niet wat er nog meer aan problemen is opgedragen. Maar het is schandalig dat ze nog steeds in de bosjes hun behoefte moeten doen. Elke week zit ik 2 uur in vergadering met het team en ik word er werkelijk wanhopig van hoe traag dingen gebeuren, ALS ze al gebeuren. Wat doe ik verkeerd? Moet ik scherper worden? ‘k Voel me ook akelig, want ik kom wel met de ideeën, maar het regelen van de werklui is aan anderen. En financiën is ook iemand anders zijn taak. ’t Is makkelijk de schuld in andermans schoenen te schuiven. Maar ik zit ook in het leiderschapsteam dus ben medeschuldig.

Ik richt me weer op wat er in de klas gebeurt. De leerlingen moeten de tafel van 7 achterstevoren kunnen opzeggen. De eerste student zegt 70, volgende zegt: 63, volgende 56. Weet je het niet, dan pakt de juf stevig je arm tussen haar vingers en knijpt tot de volgende het antwoord voor je zegt. Er volgen heel wat kneepjes. Boos zegt ze: “Ik had gezegd dat jullie die tafel voor vandaag moesten kennen!” En het programma gaat verder. Waar zijn de complimenten? Ik denk aan het spel ‘bommetje’ dat we in Nederland soms deden. Bommetje is veel leuker dan knijpertje. 

Ongeveer elke minuut wordt een zin afgesloten met: Vite! Vite! Vite! (vlug vlug vlug. Niemand lijkt er harder door te werken. En enthousiast maakt het al helemaal niemand. Een sfeer van stress, haast, frustratie en boosheid. Wat een vrucht op mijn 2 jaar training! Deze week proberen een evaluatiegesprek met haar te doen, en erachter zien te komen waar haar vreugde en enthousiasme is gebleven. En als leerpunt voor mezelf om ook niet alleen maar negatief en gefrustreerd te zijn.

Op de terugweg loop ik iets minder opgewekt terug en doe wat veel YWAM-ers doen hier: wandelen en praten met God in de bush. Is dat nu de vrucht op al ons werk? Is ook maar iets veranderd? Wat doe ik verkeerd?

 Een jongetje komt me tegemoet lopen met een triest gezicht. Ik stop hem om te vragen waar hij vandaan komt. “Hospital”, zegt hij. Ik glimlach, de “hospital” is de kliniek die 3 kamers groot is, de hoogste medische rang is verpleegster en de laagste heeft 3 maanden training gehad en de rest in de praktijk geleerd. Toch doen ze een geweldig mooi werk. De afgelopen maand werden meer dan 150 patienten getest op malaria en kregen daarvoor ook de medicijnen. Zonder medicijnen kan malaria dodelijk zijn. Als je op tijd behandelt en verder gezond bent, is de kans op overlijden klein. 26 babies zijn er geboren in de kliniek afgelopen maand, en nog eens 5 doorgestuurd naar een ziekenhuis omdat er complicaties waren. Elke baby wordt na de geboorte gezegend en opgedragen aan Zijn Schepper. De ouders krijgen het Evangelie beknopt uitgelegd en ook voor en met hen wordt gebeden. Vrijwel niemand weigert hier gebed.
Het zijn niet allemaal succesverhalen hier, en toch is er hoop. Het niveau van de school is verbeterd, ze hebben een simpel maar efficient schoolgebouw, eind dit jaar staat een voedselprogramma op het plan en de eerstvolgende vergadering komt op dat plan ook met rode letters weer LATRINE. Ooit moet het er toch van komen...