De zandstraat en omgeving

Na het huishouden dan maar een stukje over de buurt. We wonen aan de zandstraat. Eigenlijk is onze hele wijk de zandstraat tot je aan de hoofdweg komt. Vanaf de hoofdweg is er eerst een straat waar wat eettentjes en een soort cultuurcentrum is waar regelmatig concerten en feesten worden gegeven. Daarna volgen 3 of 4 rustiger straten voor je bij onze zandstraat komt. In onze wijk hebben we zo’n 5 kerken, waar zowat elke dag wel mensen zijn. Om te bidden, te zingen, Bijbelstudie te doen, in elk geval zijn er altijd mensen. Voor pasen had 1 kerk een week lang kerk. Hier was het dus de hele week al te merken dat Pasen kwam. Niet vanwege de paaseieren, maar vanwege de kerkdiensten. Deze kerk had een goede geluidsversterker, want we konden de dienst thuis volgen. Ik versta de taal niet, dus hoor alleen een gestaag praten met hier en daar een uitschieter als de hele gemeente beaamt in hallelujah of amen. We klagen niet, het kan gekker! Paasmorgen was echter een verrassing. Zo rond 3 uur in de nacht horde ik drums, zingen, en het kwam steeds dichterbij. Wilson wakker gepord: is dit een voodoo-ding? Maar toen hoorde ik een bekend lied zingen en Hoseanna. Natuurlijk, Jezus is opgestaan vandaag! En vroeg in de morgen stond Hij op. Dat is reden voor zingen toch? In optocht zongen en dansten ze de wijk door. Volgens Wilson zijn het vooral de jongelui die meedoen. Met een Hallelujah in mijn hoofd ben ik weer in slaap gevallen. In Oostkapelle zou er een rel ontstaan of de politie kwam erbij. In Lome is de werkeloosheid hoog. Onze overbuurman heeft een maalmachine, die de hele dag ronkt. Mensen komen hun mais brengen dat tot poeder wordt vermalen. Voor zijn werkplaats installeert zich elke dag een vrouw met haar koopwaar. Ze heeft een bankje waar ze op zit en een krukje met daarop haar schaal vol koopwaar. Meestal zit er een man bij haar op’t bankje, die geen werk heeft denk ik. Ons huis is ommuurd, dus we hebben geen buurgluur. Maar oh als we weggaan! Dan wordt er onverholen naar ons gekeken. En je kunt er van op aan dat elke beweging vervolgens uitgebreid besproken wordt. Ik ben blij met onze muur! Afgelopen week hebben we 2 kippen gekocht en ze dreigden over de muur te vliegen. Dus de yovo (blanke) vloog ineens met een bezem de straat op om de kippen vanaf buiten weer onze tuin in de meppen. Tot 2x toe! Hun dag was geslaagd denk ik. Een paar huizen verder wonen wat oudere mannen. Ook die zitten vaak op een bankje tegen hun muur aan te praten. We zeggen hen altijd vriendelijk gedag en zij groeten terug. Maar zij hebben zoveel te bespreken dat het gesprek niet ineens stopt als we langs komen en ze staren ons ook niet na met een typisch lachje. Daar ergens woont ook een klein meisje van ongeveer 4 jaar. De eerste keer dat ze me zag was ze met een ouder zusje. Voor ik bij hen was zag ik hen elkaar toefluisteren:”een Yovo! (Een blanke). Ze verscholen zich half achter de zandheuvel tot ik langs kwam. Ik moest lachen en stak alleen even mijn hand op. Toen ik eenmaal voorbij was riep de kleinste met grote ogen: Yovo! Ik draaide me om en stak mijn hand nog een keer op: bonsoir! Sindsdien is er niet meer een vragend yovo, maar een dwingend “yovo!” als ze me ziet. Ik MOET reageren pas dan stopt ze tevreden met roepen. Ik baal ervan dat ik de taal maar zo minimal ken. Ben nu begonnen met Ewe oefenen. ‘t Valt niet mee die taal. Ze hebben neusklanken en klanken die je vanuit je keel maakt. En dan is er officieel en alledaags Ewe en Ewe dat in elk dorp anders klinkt. Maar op een dag hoop ik elke marktvrouw te verrassen met mijn bestelling in Ewe. Tellen tot 5: Ade, Evee, Etong (neusklank), Enee, Atong (neusklank.) Klemtoon op het eind, want klemtoon aan het begin heeft een heel andere betekenis. Op dit moment is er een ander hoogtepunt gaande, de world champions league voor voetbal. Ergens in de buurt is er een bioscoop (ruimte met een tv) waar iedereen gaat kijken. Vanavond dreunde het van ‘t gejuich! Oh, en tot slot onze dagelijkse wekker. In Afrika komt de markt naar je toe. Bij de verkeerslichten, op straat voor de winkels en ook in de woonwijken zelf. Ieder heeft zijn eigen signal. Maar de eerste elke morgen is een vrouw die iets roept in een zangerige viswijvenstem. We weten niet wat ze zegt, maar ze is vroeg, voor half 7. Na haar komen er tot 8 uur nog een stel langs, die allemaal anders klinken. Een die op een houten kistje klopt met een houten borstel, de scharensliep rammelt met iets, een vrouw met een lange uithaal aan het eind, en een met een soort toetertje dat bij ons kleine kinderen op de fiets hebben. Er mag dan niet veel te doen zijn in onze buurt, saai is het toch ook weer niet! En om het voor de Afrikanen boeiend te houden wonen wij daar dus ook, aan de Zandstraat.